Ruth 1:20

ABEn toen zei ze tegen hen: "Noem mij niet Naomi [maar] noem mij Mara, want grote bitterheid heeft de Almachtige mij aangedaan.
SVMaar zij zeide tot henlieden: Noemt mij niet Naomi, noemt mij Mara; want de Almachtige heeft mij grote bitterheid aangedaan.
WLCוַתֹּ֣אמֶר אֲלֵיהֶ֔ן אַל־תִּקְרֶ֥אנָה לִ֖י נָעֳמִ֑י קְרֶ֤אןָ לִי֙ מָרָ֔א כִּי־הֵמַ֥ר שַׁדַּ֛י לִ֖י מְאֹֽד׃
Trans.watō’mer ’ălêhen ’al-tiqəre’nâ lî nā‘ŏmî qəre’nā lî mārā’ kî-hēmar šaday lî mə’ōḏ:

Algemeen

Zie ook: El Shaddai, Mara (Naomi), Naam (verandering van), Naomi

Aantekeningen

Maar zij zeide tot henlieden: Noemt mij niet Naomi, noemt mij Mara; want de Almachtige heeft mij grote bitterheid aangedaan.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

תֹּ֣אמֶר

Maar zij zeide

אֲלֵיהֶ֔ן

tot

אַל־

mij niet

תִּקְרֶ֥אנָה

henlieden: Noemt

לִ֖י

-

נָעֳמִ֑י

Naómi

קְרֶ֤אןָ

noemt

לִ

-

י֙

-

מָרָ֔א

mij Mara

כִּי־

want

הֵמַ֥ר

bitterheid aangedaan

שַׁדַּ֛י

de Almachtige

לִ֖י

-

מְאֹֽד

heeft mij grote


Maar zij zeide tot henlieden: Noemt mij niet Naomi, noemt mij Mara; want de Almachtige heeft mij grote bitterheid aangedaan.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!